Sate is zo veelzijdig… Grillen, bakken op de barbecue het kan allemaal. Maar deze Thaise sate met komkommer-chilli dip is gruwelijk lekker. Voor degene die ooit in Thailand is geweest kent het fenomeen van de street barbecue wel. Een klein stalletje met een gloeiend hete barbecue met allerlei soorten sate, worstjes, garnalen en vele andere onherkenbare versnaperingen. Zo ook deze Thaise sate, de komkommer-chilli dip heb ik er zelf bij verzonnen.

INGREDIENTEN:
(ongeveer 6 sate stokjes)

– 300 gr kipfilet blokjes
– 100 ml kokosmelk
– 1 tl gemalen koriander
– 1 tl gemalen kurkuma
– 1 tl gemalen komijn
– 1 el vissaus
– 1 sjalot, fijn gehakt
– 2 tenen knoflook, uitgeperst
– 2 tl palmsuiker
– 1 duimgrote verse gember, geraspt
– 1 el lichte sojasaus

EXTRA:

– Sate stokjes, zet de minimaal 2 uur onder water.

KOMKOMMER-CHILLI DIP:

– 1/2 komkommer, grof geraspt
– 6-8 el chillisaus
– 1 el appel cider azijn
– klein bosje verse koriander, grof gehakt

HOW TO:

1. Meng voor de marinade alle ingrediënten in een grote kom samen en roer goed door zodat de kip gelijkmatig bedekt is met marinade.

2. Rijg de kip nu op de stokjes.

3. Gril, bak of rooster op de barbecue totdat de kip mooi bruin is.

KOMKOMMER-CHILLI DIP:

1. Meng alle ingredienten in een kom door elkaar. Roer goed door en proef of de dip op smaak is. De dip moet zoetzuur zijn met een frisse toets.

Voor deze aller aller aller aller lekkerste nasi heb ik mijn moeder ingeschakeld voor hulp. Ik eet deze nasi al zolang ik het mij kan herinneren. Nasi is voor Surinamers hetzelfde als spaghetti bolognese voor Italianen is. Iedere familie heeft zijn eigen recept en er wordt regelmatig hevig gediscussieerd over de bereiding van de perfecte nasi. Voor mij het is het recept van mijn moeder vanzelfsprekend de meest perfecte! Elke keer weer is het een genot om mijn bord leeg te eten en uiteraard een tweede portie op te scheppen.

Nasi is niet meer weg te denken uit de Surinaamse keuken. Het komt voort uit de vele Javaanse invloeden die Suriname rijk is. Suriname is een mengelmoes van allerlei culturen waaronder dus ook de Javaanse. Deze nasi kan je eten met sate en Surinaamse pinda saus of met Javaanse kip en ketjap sambal. Maar vegetarisch is natuurlijk ook een optie, dan kan je het vlees en de eieren achterwege laten. Ik vind het wel een must om bij nasi zoetzuur van komkommer of zoetzuur van rode ui te eten om de kruidige smaken te balanceren.

INGREDIENTEN:
(4 pers)

-500 gr basmati rijst
-1 grote ui
-3 tenen knoflook
-1 tl trassie*
-duimgrote laos (soort gember)*
-3 salaam blaadjes*
-2 takjes selderij
-ketjap asin (genoeg om de rijst volledig mee te kleuren)*
-1 tl vi-tsin (ajinomoto)*
-2 tl tomatenpuree
-2 eieren
-4 el zonnenbloemolie
-zout en peper

* Verkrijgbaar bij de toko.

HOW TO:

1. Kook de rijst en laat deze volledig afkoelen.

2. Snijd de uien in fijne halve ringen. Hak de knoflook en selderij fijn.

3. Doe de ketjap bij de afgekoelde rijst en zorg dat de rijst mooi egaal gekleurd is. Vervolgens mag de selderij ook bij de rijst. Roer de rijst nu goed door.

4. Kluts de eieren en bak deze los in 1 el olie en zet apart.

5. Zet een wok op middelhoog vuur en voeg de overige olie toe. Laat de olie goed heet worden maar zeker niet te heet!

6. Bak nu de trassie, uien, salaam blad en loas bruin. Voeg op het laatste moment de knoflook toe en kort mee. De knoflook mag kleuren maar zeker niet te lang bakken… Doe tot slot de tomatenpuree hierbij en bak kort mee.

7. Doe nu de gekleurde rijst in de wok, voeg vi-stin, zout en zwarte peper naar smaak toe wok de nasi gedurende 5 minuten op laag vuur.

8. Voeg nu de eieren toe en roer goed door de nasi.